top of page
Saskia Maaskant

Schrijven als therapie: elke (ex)kankerpatiënt zou het moeten doen




Ik had nooit kunnen bevroeden dat ik ‘mijn’ schrijven als therapie zou gaan

gebruiken. Nooit. En toch is dat precies wat ik heb gedaan. Ik was het niet van

plan. Ik wilde het niet. Maar mijn volgers op social media wel. Ik ben hun er nog

altijd dankbaar voor dat zij mij een flinke duw in de goede richting hebben

gegeven.


Opgelucht na diagnose van mijn oncoloog

Juni 2021. Ik krijg eindelijk een diagnose van mijn oncoloog: hodgkin. Het klinkt misschien

gek, maar ik ben er blij mee. Opgelucht. Het is een gekke tijd. Door corona hebben we lange

tijd met z’n allen op een kluitje gezeten thuis en ik ben al ontzettend lang doodziek. Maar ik

word door niemand gehoord. Die jeuk die ik 24/7 heb? Zit tussen m’n oren. Dat ik amper

slaap? Dat is stress. En dat ik ’s nachts mijn bed uitdrijf door extreem zweten? – Dat vertel ik

mijn huisarts maar niet. Want die stuurt telkens op antidepressiva aan, of wil me verwijzen

naar een dermatoloog.

‘Maar,’ zegt hij telkens, ‘daar heb je niks aan, want er is niks aan jouw huid te zien’.

Duh. Het komt van binnenuit. Maar dat krijg ik hem niet aan zijn verstand gepeuterd.

Pas als ik een enorme bult in mijn hals krijg, bij mijn sleutelbeen, stuurt hij me met spoed

door naar het ziekenhuis. Op dat moment sta ik al een tijdje in de wachtlijst voor een

internist met ‘al mijn vage klachtjes’.


Kankerachtbaan

Ik kom in een achtbaan terecht. Je weet wel, die kankerachtbaan. Zo van instappen, vol gas,

dubbele loopings, vrije val en heel de mikmak. Of je nou wilt of niet. Jij hebt er waarschijnlijk

ook ingezeten. Of je zit er nog in. Je kunt er niet uit. Dat is ‘m, een ‘hell of a ride’.

Als ik duizelig en beduusd uitstap (maar voor even, want de week erna moet ik aan de

chemo’s en moet ik weer instappen) besluit ik mijn verhaal toch maar te delen. Niet omdat

ik er zin in heb. En ook niet omdat erover wil schrijven. Maar omdat ik veel volgers heb die

tot op dat moment niks dan leuke dingen op mijn socials hebben gezien. Ik ben namelijk

‘gevierd’ auteur, zoals dat heet. En zeker op dat moment. Mijn laatste boek Meerminnen

verdrinken niet wordt in precies die periode genomineerd voor de Thea Beckmanprijs. Dat is

het hoogst haalbare voor historische (jeugd)boeken in Nederland.


Lage-landen-viraal met een kankerblog

Dus schrijf ik toch maar over mijn kuttijd tot en met de kankerachtbaan. Ik noem het verhaal

‘Ik verlies mijn haar, maar niet mijn staart’ en plaats het op mijn Facebook, Insta en LinkedIn.

En dan gebeurt er iets bijzonders. Ik noem het later wel eens ‘Ik ga nog net niet Kim-

Kardashian-viraal, maar wel Lage-Landen-viraal’.

Ja, echt. Ik ga viraal met mijn kankerverhaal.


Ik krijg onnoemelijk veel reacties. Heel veel medeleven. En, in mijn ogen in deze tijd

bijzonder: ook veel echte kaartjes, bloemen en allemaal meermin-onzin. Dat laatste is een

knipoog naar mijn eigen knipoog naar mijn laatste boek. Ik zal m’n haar verliezen, maar niet

m’n staart, potverdrie!


Je moet er echt over schrijven

Maar ergens baal ik er ook van. Ik ga Lage-landen-viraal met een kankerverhaal. Dat is

ergens leuk, maar ook gewoon kut. Want ik zit nog steeds met die kankerellende. En nu

willen mensen, nee, ze smeken er zelfs om, meer verhalen.


‘Je moet er echt over schrijven!’

Ik krijg handgeschreven kaartjes thuis met dezelfde ‘vrijblijvende’ vraag erop.


Had ik het nou maar niet openbaar gemaakt.


Ik wil er niet over schrijven.


Ik ben opgelucht dat ik hodgkin heb, want ik heb dus écht wat en ze kunnen er wat aan

doen.


Maar ik ben ook f*ing boos, omdat ik hodgkin heb. Ik ben in die achtbaan (of trein, zo noem

ik hem ook vaak) geduwd en ik heb daar niet zelf voor gekozen.


Waarom zou ik over mezelf schrijven?

Waarom zou ik daar in hemelsnaam over schrijven? Ik zie al zo veel boeken over kanker. Las

een paar lotgenotenverhalen op een website die mijn oncoloog aanraadde, maar raakte

daarvan in een grafstemming. Ja, eerlijk. Een grafstemming.


Zielig dit, klaag dat.


Al die verhalen zijn zielig, medisch, grotesk, slachtofferrol-achtig en nog zoveel meer, maar

vooral: kankerellende.


Nee, hoor, echt geen zin in. Ik ga er écht niet over schrijven.


Maar de mensen blijven zeuren. Mijn volgers blijven aan mij trekken. En ik zit nou eenmaal

in die trein en kan niet uitstappen. Ik word geleefd en kan helemaal niks meer zelf bepalen.

Mijn lichaam is zó op en zó ziek, dat ik niet meer kan werken. Dus alles wat ik heb zijn mijn

chemo’s. En mijn lotgenoten.


Misschien moet ik mijn eerste kankeravontuur opschrijven

Dus besluit ik, op een zonnige dag, onder de parasol, met een zonnehoed op, en een

zonnebril en factor 50 (feestje, die chemo’s ) een kladblok te pakken. Misschien moet ik

het avontuur van mijn eerste chemokuur maar eens opschrijven. Het was namelijk

beregezellig in de huiskamer van het ziekenhuis (ja, écht!). Ik zat daar met allemaal gewone

mensen, die dan wel in hetzelfde schuitje zaten, maar we waren allemaal maar gewoon

mensen. We hadden allemaal kanker, en we kregen allemaal vergif in onze armen, en we

deden een wedstrijdje wie de meeste bijwerkingen had. Zo van: ‘Wie heeft er al aambeien?’

– Ja, zulk slap gezwets. En nog in een deuk liggen ook!



Sjonge, wat is dat lekker, schrijven als therapie

Dus ik schrijf me een ongeluk. Maar niet zielig, écht niet zielig! Gewoon zoals het was.

Gewoon zoals het voelde. Een beetje aangedikt, licht van toon en met veel humor. Ja, want

kom op, ik kan niet uit die kankerachtbaan, dus ik moet er wat van maken! En ik merk dat ik

tijdens het schrijven zit te glimlachen, soms hardop lach en een enkele keer schaterlach.


Sjonge, wat is dat lekker. Schrijven als therapie.


Dus ik schrijf en schrijf. Tot mijn pols en vingers er zeer van doen. Als ik weer een spoortje

energie ontdek, de dag erna, typ ik het uit. En de dag daarna gooi ik het op Facebook en

Insta en LinkedIn. Met een heel gezellige, en vooral sexy selfie erbij. O, ja, en nog een foto

van mijn zak ranja. Zo noem ik die ene zak superagressieve chemo met die feloranje kleur.


Hoe meer ik erover schrijf, hoe beter het werkt

VOEM.

Daar ga ik weer.

Lage-landen-viraal.


Het is toch wat, dat mensen graag verhalen over kanker lezen, denk ik nog.


Maar het ‘kwaad’ is al geschied… ik haal wat uit het opschrijven van mijn verhalen en het

delen van mijn avonturen als kankerpatiënt. Daar tegenover halen ontzettend veel mensen

wat uit mijn verhalen. (H) erkenning. En hoe meer ik erover schrijf, hoe meer ik, maar ook

mijn lezers aan mijn verhalen hebben. Mensen met andere chronische ziektes. Mensen met

een burn-out. En, vanwege de humor, ook mensen met een bore-out. (Ik durf te wedden dat

heel wat van mijn verhalen onder werktijd worden verslonden.)


Bijna iedereen heeft kanker

1 op de 2 Nederlanders krijgt vroeg of laat kanker. Bijna iedereen heeft kanker, dus. Als ik

mijn uitgever in het voorjaar van 2022 benader met een synopsis van een verhalenbundel,

reageert die meteen enthousiast. Ja, dit gaan we doen. Nadat ik eerder – met succes – vier

jeugdboeken heb uitgegeven, verschijnt in november 2022 mijn eerste roman voor

volwassenen: Bijna iedereen heeft kanker. Het is een bundeling geworden van mijn

avonturen als kankerpatiënt. Een deel publiceerde ik op mijn socials en op mijn gelijknamige

blog bijnaiedereenheeftkanker.nl. Een deel van de verhalen (meer dan de helft) publiceerde

ik nooit eerder. Ik schreef talloze verhalen over mijn avonturen als kankerpatiënt. Het boek

heeft daarnaast ook nog wat superlekkere en supermakkelijke recepten,

#positievekankerquotes en nog veel meer extraatjes met een ‘k’.


Schrijven als therapie

Schrijven als therapie. Het werkt. Dus. Echt.

Dat is wat ik voel. Dat is wat ik ervaar en leer.

En ik ‘steek’ mensen aan. Via DM’s moedig ik lotgenoten (nog steeds) aan om er ook over te

schrijven. En zo publiceren AYA’s, wat jongere en oudere moeders, vaders, verstokte

vrijgezellen, en noem maar op – want bijna iedereen heeft kanker - voor het eerst in hun

leven op online platforms. Ze schrijven hun kankerellende eruit. Ze delen hun kankerzooi

met lotgenoten.


Schrijven als therapie!

Echt: jij zou het ook moeten doen. Al doe je het alleen voor jezelf. Het werkt. Dus. Echt.

‘Wat zou een ander erover denken?’ – Maal er niet om. Denk daar niet over na. Schrijf! Hou

het voor jezelf, laat het alleen door je moeder lezen, of je buurman, of gooi het op Tiktok in

een vlog, waar jij maar zin in hebt.

Schrijven is therapie.

En het werkt. Dus. Echt.

Elke (ex) kankerpatiënt zou het moeten doen.


*auteur: Saskia Maaskant


Fotocredits Sakia: Jeanine Oost. www.jeanineoostfotografie.nl



Comentarios

Obtuvo 0 de 5 estrellas.
Aún no hay calificaciones

Agrega una calificación
bottom of page